Lullig, ik ben ook maar een mens

Het is vroeg in de morgen als ik aan mijn koffie zit. Buiten ontwaakt de wereld. We wonen toch maar
in een prachtige omgeving. Een goede plek voor bezinning. Ik kijk terug op een raadsvergadering die
niet is verlopen zoals je als ervaren raadslid hoopt dat hij loopt. Ook ik had daar mijn aandeel in, dat
erken ik direct.


Het was een voorbespreking waarin een inwoonster ons aansprak over de macht en tegenmacht in
Wijk en de aanwijsbare onjuistheden in het Diftardossier. Ze werd op zwart gezet omdat de
wethouder bijna stampvoetend weigerde verder te gaan als zij haar visuele reacties (lachen) op de
argumentatie van de wethouder niet zou stoppen. Ze werd monddood gemaakt. Zij niet alleen. Ook
wij als Raad kregen niet de onderbouwingen waarom we gevraagd hadden. De wethouder kwam niet
verder dan een aanbod van de afvalcoach aan inwoners die door het door hem doorgedrukte Diftar
in de problemen komen. Deze mensen vangen wel de vaak harde klappen van het beleid.
Ik ervaar een kloof tussen wat goed is voor de burgers in Wijk bij Duurstede en wat de gemeente
besluit. Een kloof die nog nooit zo groot is geweest en nog steeds groeiende is. Als raadslid ben je
onderdeel van dat proces. Maanden wachten we op antwoorden, soms meer dan een halfjaar, dan
communiceert het college met ons via de pers en wordt er gewoon niet gedaan wat er door ons als
Raad gevraagd wordt. Gisteravond barst dan de bom.


De emoties liepen hoog op, de gespreksleider liep weg. Terwijl even later een WoonPas ondernemer
met commercieel belang wél werd toegelaten tot de Raad om vrijelijk te spreken en zelfs anderen in
de rede te vallen. Toen barste ook mijn bom. Als we niet kunnen luisteren naar een burger die een
onderwerp op de kaart zet dat onze inwoners hard raakt, waarom dan wel naar deze ondernemer
die, in zijn eigen individuele belang, de Gemeente Verduurzaming Regeling bepleit en (hoe vreemd)
in heel Nederland nog maar in één Gemeente voet aan wal heeft. Dit is niet zoals we hebben
afgesproken. Ik heb met deze ondernemer eerdere gesprekken gehad en ik voorzie al maanden een
groot risico voor de gemeente en de deelnemers. Ik laat me verrassen door zijn toelating aan het
debat, want ik heb expliciet verzocht alleen met de wethouder en de ambtenaar in gesprek te willen.

“Die *** is er toch bij” floep ik eruit naar ons steunfractielid die buiten beeld staat. Mijn microfoon
stond nog aan. Het is er uit voor ik er erg in heb en het is absoluut niet hoe ik het zou willen. Dit is
niet hoe ik al meer dan 20 jaar politiek bedrijf. Maar het is gebeurd en dat spijt me.


Naast raadslid ben ik ook een burger, een inwoner van deze Gemeente die zaken ziet gebeuren die
absoluut fout zijn en fout gaan lopen. Dat nam de overhand en daarvoor mijn excuses. Even
overweeg ik nog dit moment van onachtzaamheid in de toekomst te kwalificeren als “heb ik dat
gezegd, daar heb ik geen actieve herinnering aan” maar als je bekend staat om je dossierkennis en
goede geheugen is dat geen optie.


Ik drink de laatste slok van mijn koffie, trek een jas aan om in de tuin te gaan werken en van ons
landschap te genieten. Ik besef: “ik ben ook maar een mens.”

Wietze Smit, BurgerBelangen